Zorgt Carbon Food Deli voor de grote doorbraak van veganistisch broodbeleg?

Luc en Erik Carmans en Steve Bonnyns nemen ook deel aan die voedselwedloop. Enkele jaren geleden richtten ze Carbon Food op, een bedrijfje dat zich specialiseert in duurzame voeding. Hun eerste target? De frituur. Steve Bonnyns: “Frituursnacks zijn razend populair: Belgen en Nederlanders gaan gemiddeld één keer per week naar de frituur. Maar het aanbod aan burgers, frikandellen en andere gefrituurde snacks zonder vlees was tot voor enkele jaren bedroevend.”

Een gat in de markt dus. Toen grote spelers in 2019 nog in hun potten aan het roeren waren, kwam het drietal – onder de naam Flexitarian Bastards – met enkele vegetarische en veganistische frituursnacks op de proppen. De producten vielen bijzonder in de smaak bij het testpubliek en gooiden hoge ogen op een prominente horecabeurs. “Onze producten moeten niet alleen lekker zijn, de nadruk lag van in het begin op gezondheid. We ontwikkelden een unieke technologie om de calorieën, vetten en zouten te verlagen. Onze snacks hebben zelfs een nutriscore A.”

In januari 2020 – één jaar na de start – toonde Goodlife Foods, bekend van de Bicky Burger en Mexicano, interesse. “We tekenden voor een nauwe samenwerking waarbij Goodlife Foods gebruik maakt van onze expertise, recepten en technologie en uiteraard de frituursnacks van de Flexitarian Bastards commercialiseert.”

Een koe is geen plant

Ondertussen zijn de Bastards met Carbon Food Deli al aan een nieuw hoofdstuk begonnen. Bonnyns: “Het idee om plantaardig broodbeleg te maken is niet nieuw. In 1994 wilden de broers Luc en Erik – die overigens een vleesgroothandel hebben – vegetarisch broodbeleg op de markt brengen. Maar dat plan werd door vriend en vijand afgeschoten.”

Met Carbon Food Deli halen de drie het idee nu van onder het stof. “We mikken opnieuw op flexitariërs. Het doel is om gezonde producten aan te bieden die qua textuur en smaak sterk aanleunen bij ingrediënten die ze al kennen. We gebruiken een mix van plantaardige proteïnes als soja, aardappelen, bonen, tarwevezels of erwten. Die mengen we met kokosolie en plantaardige gommen. Onze producten bevatten zo weinig mogelijk calorieën, vetten en zouten.” Een perfecte kopie van boterhammenworst, ham of kippenwit beoogt het drietal niet. “We kunnen van een plant geen koe maken en omgekeerd. Producenten van kweekvlees claimen dat ze daar wel aan werken, maar dat is onmogelijk. We moeten afstappen van dat idee.”

Duurzame soja

De producten die Carbon Food Deli wil maken, moeten ook duurzaam zijn. “De CO₂-voetafdruk van onze producten ligt globaal genomen 60 procent lager dan bij vergelijkbare vleesproducten”, stelt Bonnyns. “Zo komt onze niet-genetisch gemodificeerde soja uit Oost- Europa, niet uit het verre Azië of Amerika. Onze leveranciers hebben bovendien de Donau Soja Declaration ondertekend, waarmee ze aangeven dat ze de arbeidsrechten van hun werknemers respecteren en garanderen dat er geen bossen worden gekapt om de soja te telen.”

Een analyse van de CO₂-voetafdruk van elk product hebben ze nog niet gemaakt. “Daarvoor wachten we liever op de regels van de Europese Unie, die in het kader van de Green Deal etiketten en labels voor voedingsproducten wil invoeren waarop de milieuimpact staat beschreven.”

Heeft Carbon Food Deli ook aandacht voor duurzame verpakkingen? “Verpakkingen zijn vaak deels recycleerbaar of bestaan uit gerecycleerd materiaal, maar er zijn nog geen alternatieven om verpakkingen in hun geheel duurzamer te maken. Het kan immers nog niet op grote schaal en tegen een betaalbare prijs geproduceerd worden, horen we dan. Maar ik ben wel hoopvol dat het eraan komt.”

Transitieperiode

Carbon Food Deli is nu een jaar oud, waar staan de drie ondernemers? “De eerste blinde smaaktesten zijn net achter de rug. Onze boterhammenworst stak met kop en schouders boven de concurrentie uit.” In september van dit jaar trekt Carbon Food Deli naar de markt. Ze zullen zich eerst richten op cateraars, ketens als Pizza Hut en de kleinhandel van bakkers, slagers en traiteurs. Volgend jaar willen ze ook retailers en onafhankelijke cateraars benaderen.

In de tussentijd hebben ze hun productiecapaciteit fors opgedreven. “Om machines aan te kopen, zijn we gaan aankloppen bij ING. We appreciëren het dat ze in ons bedrijf geloven. Ze schatten het potentieel van onze producten naar waarde omdat ze heel goed beseffen dat we ons in een transitieperiode bevinden. Meer mensen zullen flexitariër, vegetariër of veganist worden. De voedingsindustrie speelt daarop in en maakt plannen om op middellange en lange termijn hun aanbod daarop af te stemmen. En achter de schermen is er de laatste twee jaar een race tegen de klok bezig waarbij voedingsproducenten op zoek gaan naar hét product dat vleesliefhebbers overstag doet gaan.”

Wat zijn die volgende stappen? Bonnyns: “We willen ons eerst concentreren op de Benelux. Het is een testcase waaruit we veel zullen leren.” Daarna richten ze hun pijlen op het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. “In het Verenigd Koninkrijk wonen het meeste aantal veganisten van Europa. Er zijn al een resem producten op de markt, maar de kwaliteit laat nog te wensen over. Daar willen we verandering in brengen.”