Kunnen steden van hout de klimaatverandering helpen stoppen?
Als we massaal gaan bouwen met hout in plaats van staal en beton, kunnen we tegen het einde van deze eeuw meer dan 100 miljard ton CO2-uitstoot vermijden. Dat is zowat 10 procent van het resterende koolstofbudget voor deze eeuw, stelt een nieuwe studie in Nature Communications.
Meer dan de helft van de wereldbevolking woont momenteel in steden, en hun aandeel blijft sterk stijgen. Dat betekent dat er steeds meer huizen gebouwd worden met staal en beton, en die materialen hebben een grote ecologische voetafdruk.
“Maar we hebben een alternatief: we kunnen de nieuwe stedelijke bevolking huisvesten in houten gebouwen. Dat hoeven geen hoge torens te zijn: vier tot twaalf verdiepingen volstaan”, zegt Abhijeet Mishra, wetenschapper van het Potsdam Institute for Climate Impact Research (PIK) en hoofdauteur van de studie in Nature Communications.
CO2 opslaan in huizen
Hout is een hernieuwbare hulpbron. Het heeft een lagere klimaatimpact dan alle andere bouwmaterialen, omdat bomen CO2 uit de atmosfeer opnemen om te groeien. Zo worden houten steden in feite opslagvaten van CO2. "Tegen 2100 zouden we zo meer dan 100 gigaton aan extra CO2-uitstoot kunnen besparen. Dat staat gelijk aan 10 procent van het resterende koolstofbudget voor de 2°C-doelstelling van het Parijs-akkoord”, zegt Mishra.
Voor de studie berekenden de wetenschappers verschillende scenario’s met conventionele bouwmaterialen zoals cement en staal, en met extra vraag naar hout bovenop de huidige afname. Ze analyseerden ook hoe aan de extra vraag kan worden voldaan en wat de gevolgen kunnen zijn voor directe en indirecte CO2-uitstoot door landgebruik.
Voeding en milieu
De studie concludeert dat steden van hout een cruciale rol kunnen spelen in de strijd tegen de klimaatverandering. Een doordacht beleid en een goede stadsplanning zijn dan wel cruciaal, om negatieve effecten voor de biodiversiteit en de voedselvoorziening te beperken.
“De vraag hoe en waar het hout vandaan komt is cruciaal voor de bouw van houten steden”, zegt Alexander Popp, co-auteur van de studie. “Niets mag worden gekapt in ongerepte bossen of beschermde natuurgebieden.”
Ook de gevolgen voor de voedselproductie moeten beperkt worden, zegt zijn collega Florian Humpenöder. “Onze simulatie laat zien dat er voldoende hout voor nieuwe middelgrote stedelijke gebouwen kan worden geproduceerd zonder grote gevolgen voor de voedselproductie. De meeste extra houtplantages die nodig zijn - we hebben het over ongeveer 140 miljoen hectare - zijn gevestigd op geoogste bosgebieden en gaan dus niet ten koste van landbouwgrond.”