“Kmo’s hebben duwtje nodig om energiebeheer aan te pakken”
Onder impuls van internationale doelstellingen gaan Vlaamse ondernemingen overstag voor groener en efficiënter energieverbruik. Dat doen ze steeds vaker met behulp van een onafhankelijke consulent. Waarom kloppen bedrijven bij een ‘energiecoach’ aan? Vijf vragen voor Daan Curvers en Kristof Van den Bergh van Exergie, een onderdeel van de adviesgroep United Experts dat bedrijven ondersteunt rond energie, technieken en duurzaam ondernemen.
Susanovamagazine juni 2019
1. Welke bedrijven zijn het meest gebaat bij een energieconsultatie?
Daan Curvers: “We kunnen onze klanten opdelen in drie categorieën. In de categorie ‘megabedrijven’ gaat het om ondernemingen die jaarlijks meer dan 0,1 petajoule aan primaire energie verbruiken. Dat zijn de grootste verbruikers van ons land. Hun verbruik komt overeen met het gemiddelde jaarverbruik van meer dan 85.000 Vlaamse gezinnen samen. Deze bedrijven zijn niet alleen bij wet verplicht om een energieaudit te laten uitvoeren, ze ontvangen ook subsidies om energiezuiniger te produceren. Ook middelgrote ondernemingen kloppen steeds vaker bij ons aan. Het gaat om industriële spelers, voor wie kleine besparingen in het productieproces al grote CO2-reducties kunnen opleveren. Dat is hún stimulans voor een audit. De laatste categorie zijn kleine ondernemingen en zelfstandige ondernemers: van een kledingzaak tot de slager om de hoek.” Het fiscale voordeel maakt het voor grote bedrijven aantrekkelijk om een audit te laten uitvoeren.
2. Zijn kleinere ondernemingen ook vragende partij?
Kristof Van den Bergh: “Grote bedrijven ontvangen een accijnskorting en een financiële tegemoetkoming. Volkomen logisch dus dat zij voor een EBO-traject (energiebeleidsovereenkomst, red.) met een energieconsulent in zee gaan. Middelgrote en kleine ondernemingen hebben daar geen recht op en zetten die eerste stap naar een energiecoach voorlopig niet uit eigen beweging. We helpen hen haast uitsluitend via overheidsopdrachten. Zo’n opdracht loopt bijvoorbeeld via steden en gemeenten die er een beleid rond uitbouwen en bij hun lokale ondernemingen een energiescan laten uitvoeren. Zo hebben we in opdracht van het Vlaams Energieagentschap tal van ziekenhuizen en woonzorgcentra doorgelicht op hun energieverbruik. In het kader van het Burgemeestersconvenant, waarmee steden en gemeenten zich engageren om de klimaatdoelen van Parijs te halen, zijn we als energiecoach dan weer aan de slag voor de steden Gent, Sint-Niklaas en Hasselt.”
3. Hoe gaat een energiescan in zijn werk? Hoe verloopt een coachingtraject?
Curvers: “Eerst screenen we het bedrijf in kwestie aan de hand van een desktopstudie. We kijken in hoofdzaak naar de energiefactuur en de mogelijkheden om hernieuwbare energie aan te wenden. Vervolgens laten we ons rondleiden in het bedrijf en brengen we alle aspecten rond elektriciteit, verwarming en energie in kaart. Onze spreadsheets en berekeningen gieten we in een rapport. Idealiter gaan we daarna samen met het bedrijf aan de slag. We buigen ons over aspecten die voor een bedrijf veel werk of studie vragen: we stellen een lijst van energiemaatregelen op met een aanvaardbare terugverdientijd, we begeleiden hen naar de juiste partners op basis van een offertescreening, na de ingebruikname kunnen we voor hen de nieuwe installaties nakijken …”
Van den Bergh: “Sinds eind 2017 hebben we al meer dan honderd bedrijven begeleid richting een duurzamer energiebeheer. Het merendeel van die partners wil niet enkel een stand van zaken, maar mikt ook op een intensief coachingtraject. Waarom? Omdat ze merken dat het verleidelijk is om op hun lauweren te rusten zodra alles in kaart is gebracht. Bedrijven die daarin vervallen, hebben het naderhand erg moeilijk om met onze aanbevelingen aan de slag te gaan. Via een coachingtraject helpen we hen om een momentum te verzilveren. Bovendien werken we als een onafhankelijke adviseur. We hebben geen banden met energieleveranciers, projectontwikkelaars, aannemers of energiebedrijven.”
Warmtekrachtkoppeling is meer dan ooit de toekomst
4. Bij welke bedrijven valt de grootste energiewinst te halen?
Curvers: “Dit zal sommigen misschien verbazen, maar alvast niet bij de grote industriële spelers. Zij zijn als sector weliswaar goed voor 40 procent van het totale energieverbruik in Vlaanderen, maar hebben de voorbije jaren knappe inspanningen geleverd. Na de energiesector heeft de industrie tussen 2005 en 2015 de grootste CO2-reductie geboekt. De diensten- en handelssector laten dan weer rode cijfers optekenen: hun voetafdruk is gestegen. Daar is overduidelijk nog veel potentieel.”
Van den Bergh: “Anders dan bij de grootste verbruikers is duurzaam energiebeheer geen hot topic in de tertiaire sector of bij kmo’s. Hoe dat komt? Die ondernemers hebben zoveel andere dingen aan hun hoofd. De energiefactuur moet al de spuigaten uitlopen voordat men op zoek gaat naar professionele hulp. Nochtans is er veel laaghangend fruit, tal van quick wins. Denk aan het kwistige gebruik van winkelverlichting of aan verouderde stookinstallaties. Dat zijn zaken die we snel en rendabel kunnen ombuigen.”
In de tertiaire sector en bij kmo’s zijn er tal van quick wins mogelijk
5. Welke technologieën om energie te besparen zijn in opgang?
Curvers: “Volgens ons is warmte-krachtkoppeling (wkk) meer dan ooit de toekomst. Daarbij produceert één installatie tegelijk warmte en elektriciteit, waardoor je tot 30 procent minder brandstof nodig hebt om dezelfde hoeveelheid energie aan te leveren. Omdat wkk-installaties op steeds kleinere schaal efficiënt zijn, ook voor kmo’s, nemen we wkk steevast op in onze waaier van mogelijkheden. Bovendien is de wetgeving rond het delen van energie versoepeld, waardoor bedrijven overtollige energie of warmte steeds makkelijker met elkaar kunnen delen via directe verbindingen. Dat zal ook de aantrek van wkk de komende jaren fors verhogen.”
Van den Bergh: “Wkk is in Vlaanderen nog altijd niet in alle sectoren volledig doorgebroken, deels omdat een wkk-installatie veelal op fossiel aardgas draait. Ondanks de grote besparingen die je ermee boekt, bestaat er daarom wel wat argwaan. Onnodig, menen wij. Extra hefbomen voor de techniek zijn de vergroening van ons aardgas en de ontwikkeling van groen waterstof, dat steeds meer in the picture komt. Vlaanderen kan op dat vlak een voortrekker zijn, met als troeven een belangrijke waterstofinfrastructuur, enkele grote spelers zoals Hydrogenics en innovatieve producten zoals de Solenco Powerbox, een energieopslagsysteem op basis van waterstoftechnologie.”
Energieaudit is opstap naar concrete actie
Bij de Gentse firma Qualitrans, die opslag en distributie verzorgt voor meubelfirma Weba, voerde Exergie een grondige energieconsultatie uit. Hoe ging dat in zijn werk?
“We schreven ons in op een aanbod van Stad Gent om aan een voordelige kostprijs, via de energiecoaching van de stad, een energiestudie te laten uitvoeren. Waarop Exergie voor ons een uitgebreide doorlichting maakte”, vertelt Danny Tollenaere, logistiek directeur van Qualitrans.
Nulmeting
Het logistieke bedrijf uit Gent verzorgt de opslag, montage en verdeling van meubelen voor de firma Weba, met vestigingen in Gent, Deinze en Mons. De hoofdzetel van Qualitrans is het oude Agence Maritime Minne-gebouw in de Gentse haven, een beschermd pakhuis uit de negentiende eeuw. Na een grondige energiescan op basis van onder meer een plaatsbezoek en een doorlichting van de energiefacturen, ontving Qualitrans van Exergie een uitgebreid overzicht met mogelijke besparingen en investeringen, inclusief de verwachte terugverdientijd.
Tollenaere: “Gelet op de historische staat van onze magazijnen waren er verschillende quick wins waar we meteen op konden inzetten. Niet dat we op duurzaamheidsvlak stilstonden, allerminst, maar de volledigheid van de audit was voor ons een extra hefboom naar concrete investeringen. En de begeleiding na de scan, bijvoorbeeld bij het analyseren van offertes, helpt daarbij in grote mate.”
Quick wins
Aangezien verlichting het bedrijf op jaarbasis 31.000 euro kost, laat Qualitrans bijvoorbeeld de oude tl-lampen van de magazijnen vervangen door ledverlichting. “Bovendien werken we met slimme detectie: de lampen zullen enkel branden als er mensen in de hal aan het werk zijn. De totale ingreep kost ons meer dan 80.000 euro, maar dat bedrag zullen we wel op nog geen zes jaar terugverdienen”, aldus Tollenaere. Verder vervangt Qualitrans een oude gasketel en worden de verwarmingsbuizen grondig geïsoleerd. “Een nieuwe gasketel kost ons meer dan 50.000 euro, maar samen met de bijkomende isolatie-ingrepen en de nieuwe ledverlichting besparen we 20.000 euro per jaar.”
De komende jaren wil Qualitrans op aangeven van Exergie ook zijn zonnepark van 455 zonnepanelen uitbreiden met 300 extra panelen. En een deel van het historische pakhuis zal tegen 2020 volgens de laatste energie- en isolatienormen worden gerenoveerd.