Historische Panquin-site krijgt eigen warmtenet
Het is zover: de oude militaire Panquin-site in Tervuren krijgt een nieuwe bestemming. De beschermde kazerne wordt straks een duurzame woonbuurt, met een eigen warmtenet en een publiek park met een vijver.
De Panquin-site werd 250 jaar geleden in gebruik genomen als legerkazerne. In 2014 verliet de laatste militair het gebouw. Na jaren van leegstand krijgt het gebied nu een nieuwe bestemming: projectontwikkelaar ION en de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV zullen de beschermde site restaureren en er een duurzame woonwijk van maken. Het Hoefijzergebouw en de Orangerie, die sinds 2004 officieel als erfgoed erkend zijn, worden in ere hersteld en zullen straks een viersterrenhotel en het gemeentelijk museum herbergen.
Duurzame technieken
De herontwikkelingspartners besloten al snel om in hun plannen de duurzame kaart te trekken. De volledige nieuwe wijk wordt aangesloten op een eigen geothermisch warmtenet. Daarvoor worden op het Hoefijzerplein een honderdtal buizen 110 meter diep in de grond geboord. In de winter zal het warmtenet via de boorgaten de warmte van een ondergronds reservoir kunnen aanspreken. De bodem wordt zo afgekoeld, en die koelte kan in de zomer gebruikt worden om de gebouwen te koelen. Op die manier is de site vrijwel volledig fossielvrij, wat resulteert in een besparing van 230 ton CO2 per jaar. Bovendien wordt de hele wijk voorzien van een waternet om regen- en douchewater te recupereren.
Groene long
Het voormalige militaire domein van meer dan 10.000 vierkante meter, dat vroeger afgesloten was, wordt grotendeels onthard en heraangelegd tot een openbare groenzone met een nieuwe vijver. Zo ontstaat een groene verbinding tussen het Park van Tervuren en de Robiano-vijvers. De vijver zal er ook voor zorgen dat regenwater zoveel mogelijk op de site kan infiltreren, zodat het niet via de riolering wegvloeit. Het volledige project steunt op een vergaande samenwerking: naast de gemeente Tervuren en de herontwikkelingspartners zijn ook Natuur en Bos, Ruimte Vlaanderen en het Agentschap Onroerend Erfgoed bij het project betrokken.