Partnerinterview

“Hernieuwbare energie opslaan en transporteren: daar ligt de toekomst”

Off shore windenergie is al jaren een van de stokpaardjes van maritiem engineeringbedrijf DEME. Vandaag spitst de onderneming zich ook toe op nieuwe vormen van energietransport en -opslag, onder meer in gasvorm. “Het feit dat we hernieuwbare energie niet konden opslaan was lange tijd haar achilleshiel. Met de technologieën die we nu ontwikkelen, zijn de mogelijkheden eindeloos”, stelt CEO Luc Vandenbulcke. Het bedrijf werkt mee aan een internationale supergrid voor groene energie.

Fran Herpelinck | 21 juni 2019
Tomd2291
© DEME

Dat we dringend ons klimaat en onze leefomgeving moeten beschermen, daarover is Vlaanderen het stilaan eens. Maar over de manier waarop lopen de meningen uiteen. Kan hernieuwbare energie op elk moment genoeg aanbod realiseren, of blijven we deels afhankelijk van traditionele, meer vervuilende energiebronnen? “De toekomst is aan hernieuwbare energie, daar ben ik van overtuigd”, zegt Luc Vandenbulcke, sinds begin dit jaar CEO van DEME Group. “In onze branche gaat het dan vooral over off shore windenergie en getijdenenergie, maar ook andere energiebronnen hebben nog veel potentieel. De uitdaging bestaat erin om die energie op het juiste moment op de juiste plaats te krijgen.”

Een paar jaar geleden waren de opslag en het transport van hernieuwbare energie nog grote struikelblokken. Is er op dat vlak al veel vooruitgang geboekt?

Luc Vandenbulcke: “De jongste jaren zijn er heel wat veelbelovende technieken ontwikkeld. Vooral de opslag van energie in gasvorm is in opmars. Power-to-gas-energiecentrales gebruiken elektrolyse om water om te zetten in waterstof en vervolgens in duurzaam synthetisch gas. Die methode laat toe om elektriciteit op basis van zon en wind makkelijk op te slaan en te transporteren. Energie opslaan kan ook met pumped-storage waterkrachtcentrales, een techniek die we momenteel verfijnen op onze energie-eilanden in Dubai. Zo’n pumped- storage- installatie pompt water van een laag niveau naar een hoger niveau op momenten dat de elektriciteitsvraag laag is. Stijgt de vraag, dan kan het opgepompte water weer gebruikt worden om elektriciteit op te wekken. Naast opslagtechnieken legt DEME zich momenteel ook toe op nieuwe types energiekabels, zodat we stroom vlotter kunnen transporteren.”

“De nieuwe opslag- en transportmethodes laten toe om hernieuwbare energie op grotere schaal te bekijken. Een dichtbevolkte en sterk geïndustrialiseerde regio als Vlaanderen zal nooit zelf voldoende hernieuwbare energie kunnen produceren om aan de vraag te voldoen. Maar met de nieuwe technologieën kunnen we onze eigen duurzame energiebronnen aanvullen met wind- of zonne-energie uit andere regio’s. Die brengen we dan in gasvorm naar hier. Sinds 2011 werkt DEME mee aan het project Friends of Sustainable Grids, een samenwerkingsverband dat een duurzaam Europees elektriciteitsnetwerk wil oprichten. Zo’n supergrid moet de aan- en verkoop van hernieuwbare energie faciliteren.”

Dememanagers24

Als Belgische bedrijven op een duurzame manier leren werken, zijn ze veel beter voorbereid op de verwachtingen van de internationale markt

Luc Vandenbulcke (DEME)
© DEME

Centrale productie blijft noodzakelijk

Heel wat voorstanders van hernieuwbare energie pleiten voor lokale, decentrale energieproductie, waarbij we energie verspreid opwekken en liefst ook lokaal gebruiken. Ziet u daar heil in of geeft u de voorkeur aan centrale productie?

“De twee kunnen elkaar perfect aanvullen. Zeker het huishoudelijk energieverbruik kunnen we nog veel meer decentraal en vraaggestuurd regelen, via slimme meters en andere innovaties. Maar voor grootsteden zoals Brussel of Antwerpen, of voor grote industriële clusters zal een centrale productie altijd noodzakelijk blijven. Een groot appartementsgebouw zal nooit voldoende energie kunnen opwekken voor iedereen die er woont, zelfs niet met alle nieuwe technologieën, zoals ramen met geïntegreerde zonnepanelen of kleine windmolentjes op het dak. Een centraal aanbod blijft nodig, maar zo’n netwerk kan perfect op hernieuwbare energie draaien.”

“Om volledig over te schakelen op hernieuwbare energie, zowel centraal als decentraal, zijn wel nog veel investeringen in infrastructuur nodig. Vooral de transportinfrastructuur moet nog grotendeels worden uitgebouwd, maar ook de productie-infrastructuur kan beter. Bij DEME hebben we al veel geïnvesteerd in off shore windenergie, maar elk nieuw windmolenpark vraagt nieuwe en betere turbines, een aansluiting met het vasteland, verbindingen naar het hinterland …”

De subsidies voor windenergie, zowel onshore als off shore, gaan in heel Europa omlaag. Is de ontwikkeling van nieuwe windmolenparken nog voldoende rendabel?

“Dat dreigt stilaan een probleem te worden. Met de bestaande windmolenparken voor de Belgische kust kunnen we ongeveer 2200 megawatt leveren. In een tweede fase zou daar 1800 megawatt bij moeten komen, maar daar zijn nog heel wat investeringen voor nodig. Momenteel liggen de prijzen voor off shore windenergie heel laag. Dat zet een rem op de ontwikkeling van windparken.”

“In landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk betaalt de overheid een vaste vergoeding voor off shore windenergie. Die elektriciteitsprijs is voor twintig jaar vastgelegd. Valt de energieprijs op de markt hoger uit, dan wint de overheid. Valt de energieprijs lager uit, dan kan de leverancier toch op de afgesproken vergoeding rekenen. Steeds meer Europese landen, waaronder België, stappen echter over naar een systeem met minder subsidies (de Nederlandse overheid keert zelfs geen subsidies meer uit aan nieuwe off shore windmolenparken, red.). Als de energieprijzen dan dalen, kan een producent in de problemen komen. De markt moet natuurlijk haar werk kunnen doen, maar we moeten er wel voor zorgen dat windparken rendabel blijven en dat concessiehouders vergoed worden voor het investeringsrisico dat ze nemen. Door het gebrek aan prijszekerheid hebben tientallen kleinere projectmaatschappijen de afgelopen jaren moeten afhaken. Alleen grote bedrijven, zoals nutsmaatschappijen en oliebedrijven, kunnen off shore windprojecten nog financieren. Dat is jammer.”

In landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk betaalt de overheid een vaste vergoeding voor offshore windenergie

Luc Vandenbulcke (DEME)

Leren van Nederland

De interesse van Belgische bedrijven in de duurzaamheids- en energietransitie neemt stilaan toe. Tonen we met z’n allen genoeg ambitie? En kan de overheid meer doen om bedrijven te ondersteunen?

“Heel wat bedrijven hebben inderdaad de eerste stappen gezet, maar ik ben ervan overtuigd dat we nog veel meer inspanningen kunnen en moeten doen. De overheid kan daar een grote rol in spelen. Kijk maar naar Nederland: daar stellen alle openbare aanbestedingen hoge eisen op het vlak van materiaalkeuzes, energieverbruik … Duurzaamheid is er een cruciaal element geworden. Daar kan België nog veel van leren. Door hogere eisen te stellen voor overheidsopdrachten, tillen we de Belgische bedrijven bovendien naar een hoger niveau. Als ze op een duurzame manier leren werken, zijn ze veel beter voorbereid op de verwachtingen van de internationale markt, want die strengere eisen zullen op termijn overal opduiken.”

Vlaanderen is een belangrijke speler op de wereldmarkt voor cleantech. Kunnen we die positie behouden?

“Zeker, op voorwaarde dat we onze thuismarkt niet uit het oog verliezen. Als we in het buitenland een bepaald type industrieel weefsel willen ontwikkelen, moeten we dat eerst hier ondersteunen en laten groeien, zodat we alle mogelijkheden en toepassingen perfect kennen. Willen we koplopers blijven op het vlak van power-to-gas en andere nieuwe vormen van energieopslag en -transport, dan moeten we daar als land ook zelf in geloven en het op ons grondgebied ontwikkelen. Dat is een constant proces. Kijk maar naar de recente ontwikkelingen op het vlak van CO2-afvang en -opslag: op dit moment neemt Nederland daarin veel meer initiatieven. We lopen niet achter, maar onze voorsprong blijft ook niet eeuwig verworven. We moeten dus zelf aan de kar blijven trekken.”

Probeer Susanova gratis uit!

Wilt u meer dan alleen nieuws? Al onze plusartikels, reportages en analyses lezen? Kies dan voor een proefabonnement van een maand!