Plus Een blauwdruk van je biodiversiteitsbeleid

CSRD-plichtige bedrijven moeten binnenkort rapporteren over hun impacts, risico’s en opportuniteiten gelinkt aan biodiversiteit en ecosystemen – als biodiversiteit voor hun bedrijfsvoering tenminste materieel (cruciaal) is. Hoog tijd om in te zoomen op deze rapporteringsstandaard: voor wie geldt hij, en wat moeten bedrijven exact in rekening brengen?

Dit artikel maakt onderdeel uit van het dossier:
Biodiversiteit
Sophie Maeseele | 22 februari 2023
Blauwdruk Biodiversiteit

Biodiversiteit is vandaag de dag alom in het nieuws. Niet alleen maatschappelijk groeit het besef hoe belangrijk de ecosystemen en onze natuur zijn; het topic staat ook steeds hoger op de politieke agenda. Zo nam de COP15 biodiversiteitsconferentie in december 2022 nog het ‘30 by 30-akkoord’ aan in Montreal. Ook Europa erkent biodiversiteit als een van de leidende thema’s waarmee we de doelstellingen van de Green Deal en klimaatneutraliteit moeten behalen. Daarom wordt er een specifieke rapporteringsstandaard over biodiversiteit en ecosystemen voorbereid.

Voor wie gelden de regels?

Eerst en vooral: de rapporteringsstandaarden en maatregelen ten gunste van de biodiversiteit zijn niet verplicht voor àlle ondernemingen binnen Europa. De maatregelen in kwestie zijn onderdeel van de CSRD – de Corporate Sustainability Reporting Directive. Die richtlijn verplicht 50 000 bedrijven over heel Europa om te rapporteren over hun duurzame strategie, inspanningen en acties. Val je als bedrijf onder de algemene rapporteringsverplichting, dan is het nog niet zo dat je biodiversiteit automatisch moet meenemen in je rapportering.

Alleen bedrijven waarvoor biodiversiteit een materieel thema is, moeten rapporteren volgens de verplichtingen gedefinieerd in de standaard. Een materieel thema is een onderwerp dat belangrijk is binnen jouw bedrijfsvoering. Maar hoor je Europa al komen? Met de algemeen groeiende aandacht voor biodiversiteit zal deze specifieke standaard hoe dan ook uitgroeien tot een cruciaal onderdeel van Europese duurzaamheidsrapportage. Bedrijven gaan dus goed moeten afwegen of biodiversiteit als thema überhaupt achterwege kan blijven in hun eigen rapport.

Biodiversiteit: niet materieel voor mij?

Heel wat bedrijven hebben momenteel weinig inzicht in hun relatie tot biodiversiteit. Nochtans gaat zo’n wisselwerking in twee richtingen: enerzijds zijn vele bedrijven afhankelijk van onze biodiversiteit en ecosystemen, anderzijds hebben organisaties bijna altijd zelf een impact op hun omgeving. Wanneer is biodiversiteit nu daadwerkelijk een materieel topic voor een organisatie?

Laten we dit concreet maken met enkele voorbeelden. Landbouwers hebben een grote impact op de biodiversiteit in hun omgeving wanneer ze gewasbeschermingsproducten gebruiken. Maar het verlies aan biodiversiteit houdt voor hen ook risico’s in: oogsten brengen door biodiversiteitsverlies minder op. Dat is – in een notendop – het principe van dubbele materialiteit, waar Europa sterk op hamert in de CSRD. Trek deze redenering door naar andere bedrijven die leunen op oogsten zoals voedingsbedrijven, textielbedrijven die gebruikmaken van katoen of hennep, supermarkten ... en je ziet dat biodiversiteit voor heel veel organisaties materieel is.

Zelfs voor dienstverlenende bedrijven gaat die vergelijking op: bedrijventerreinen zijn al lang geen grijze zones meer in het landschap, maar worden best zoveel mogelijk groen en blauw ingekleurd.

Hoe rapporteer je over biodiversiteit?

Je merkt het: het is niet vanzelfsprekend om biodiversiteit te ontlopen in je materialiteitsanalyse. Hoe pak je de rapportering over biodiversiteit nu aan? Daarin biedt Europa raad met de European sustainability reporting standards (ESRS). Die standaarden zetten de regels van de CSRD om in begrijpelijke criteria.

Dit zijn de voornaamste vereisten uit de standaard rond biodiversiteit:

1. Zorg voor een transitieplan

Je moet een transitieplan hebben waarmee je je gehele businessmodel en bedrijfsstrategie laat passen binnen de planetaire grenzen met betrekking tot biodiversiteit en ecosystemen. Pittig detail: in je rapport geef je ook aan welke bestuurlijke instanties akkoord zijn gegaan met dit transitieplan (bestuursorgaan, toezichthoudend orgaan …). Anders is het al te gemakkelijk om plannen op te stellen, natuurlijk.

Het transitieplan moet verder kijken dan je eigen werking, en je gehele waardeketen in rekening brengen. Belangrijk is dat je ook inzichtelijk maakt welke impact (positief of negatief) jouw organisatie heeft op de biodiversiteits- en ecosysteemverandering. Tot slot moet je binnen het transitieplan ook eerlijk rapporteren of je gebruikmaakt van offsets: compensatie van je negatieve impact en emissies via gecertificeerde klimaatprojecten.

2.Breng jouw impacts gedetailleerd in kaart

In je rapport moet je weergeven hoe bestendig je strategie en bedrijf staat ten opzichte van biodiversiteit en ecosystemen. Ga hierbij verder dan een loutere beschrijving: Europa vraagt detailinzicht in de scope van je analyse, of je je baseert op assumpties, welke tijdshorizon werd gebruikt en in hoeverre stakeholders én getroffen gemeenschappen mee werden bevraagd.

3. Schrijf policy's uit

Daarnaast is het verplicht om daadwerkelijk beleid uit te schrijven en te implementeren. Het doel: jouw impacts, risico’s en opportuniteiten gerelateerd aan biodiversiteit en ecosystemen, op en top te managen. Een impact houdt in dat je ofwel zelf een significante invloed uitoefent op mens of milieu, ofwel invloed ondervindt. Weet dat het hierbij zowel om reële, actuele impacts gaat, als om mogelijke (toekomstige) impacts. Een impact kan zowel negatief (onder de vorm van een risico) als positief zijn (een opportuniteit).

Mocht je actief zijn op een site in of vlakbij een beschermd of biodiversiteitsgevoelig gebied, dan moet je dit apart vermelden.

4.Onderneem acties ten voordele van biodiversiteit

Hier gaat om de concrete acties die je stelt om het uitgestippelde biodiversiteitsbeleid om te zetten in daden. Europa spreekt over een ‘mitigatiehiërarchie’, waarbij je aangeeft of de actie bijdraagt aan vermijden, reductie of minimalisatie van negatieve impacts, of restoratie en rehabilitatie van de biodiversiteit.

Tot slot moet je ‘metrics’ en ‘targets’ koppelen aan de acties. Ga voor maximaal becijferbare doelstellingen, en koppel er data en mijlpalen aan.

Verder lezen?

Maak een profiel aan en lees Susanova nu 1 maand gratis.