“De energiemarkt heeft nood aan een digitale revolutie”
De Belgische netbeheerders Elia, Fluvius, ORES, Sibelga en Resa hebben samen het dataproject ‘Internet of Energy’ gelanceerd, waarin bedrijven en organisaties via de digitale meter melding krijgen wanneer ze het goedkoopst stroom kunnen gebruiken en hun overtollige energie aan anderen ter beschikking kunnen stellen. “Via de data van de slimme meter maken klanten niet enkel winst, maar maken we het net ook wendbaar en efficiënter”, zegt CEO Chris Peeters.
Het is de netbeheerders menens met de flexibilisering van ons energieverbruik. Eind februari stelden ze het IO.Energy project voor, of het ‘Internet of Energy’, een digitaal proefsysteem waarmee ze naar eigen zeggen de klant aan het roer willen plaatsen. Hulpstuk daarbij is de nieuwe digitale meter, die vanaf 1 juli 2019 geïnstalleerd zal worden in nieuwbouwwoningen, in huizen met zonnepanelen of een budgetmeter en bij renovaties. Via die meter, die per kwartier data zal verzamelen over energieverbruik en -opwekking, zien de netbeheerders een waaier aan mogelijkheden ontstaan.
‘Internet of Energy’
In de praktijk zou het digitale scenario als volgt vorm krijgen: via de digitale meter beschikken Belgische bedrijven en particulieren over een meetpunt waarmee ze niet alleen data kunnen delen, maar ook inzicht krijgen in de actuele energieprijzen, tot op het kwartier nauwkeurig. “Zelf zijn we fan van een slimme meter die zo ‘dom’ mogelijk is: meten, doorseinen, meten, doorseinen. Via een ‘communication layer’, een soort router zal een klant kunnen kiezen met wie hij zijn energiedata deelt: met Elia of een andere netbeheerder, een energieleverancier of met een producent van elektrische wagens of warmtepompen, die in ruil voor die data een bepaalde service aanbiedt. Alles wat zich achter de meter bevindt, van apps tot slimme toestellen die met de data aan de slag kunnen, is het vakgebied van gespecialiseerde bedrijven”, zegt Chris Peeters, CEO van Elia.
Via dat systeem wil Elia samen met netbeheerders Fluvius (Vlaanderen), ORES (Wallonië), Resa (Wallonië) en Sibelga (Brussel) de basis uitrollen voor een digitaal netwerk dat het mogelijk maakt om de efficiëntie van het stroomnet te verbeteren. De nadruk ligt op de keuzevrijheid van de gebruiker. Die heeft volgens de netbeheerders heeft een dubbel voordeel: door in te spelen op het prijssignaal voor elektriciteit betaalt hij minder voor stroom. Door data ter beschikking te stellen, kunnen aanbod en verbruik bovendien beter afgestemd worden. “De energietransitie, de verdere decentralisatie van de productie en de toenemende vraag naar flexibiliteit zijn zeer uitdagend voor ons als netbeheerders. Daarom willen we graag nieuwe diensten uittesten die nuttig zijn voor de eindgebruiker”, legt Fernand Grifnée, CEO van ORES uit.
“Om het systeem in evenwicht te houden moeten we de vraag afstemmen op de verwachte productie. We spiegelen ons daarbij graag aan MaaS."
Wollige praat
“Er wordt al jaren gepalaverd over de digitalisering van de energiemarkt. Daar maakten we ons bij Elia ook schuldig aan”, geeft Chris Peeters toe. “Om het systeem in evenwicht te houden op een markt waar steeds meer mensen hun eigen energie opwekken en er steeds meer variabele en internationale elektriciteitsstromen circuleren, moeten we niet langer het aanbod afstemmen op de vraag, maar net omgekeerd: de vraag afstemmen op de verwachte productie. We spiegelen ons daarbij graag aan MaaS, of Mobility as a Service, dat gebruikers in real time inlicht over de meest efficiënte vervoersopties. Ook op het vlak van gezondheid en zorg bestaan al dergelijke toepassingen. Via de juiste uitwisseling van data kunnen we in België voor energie een gelijkaardig systeem lanceren. En kunnen we gaandeweg afstappen van onduidelijke producten als dag- en nachttarief, vaste en variabele kost, etc. Door consumenten op de hoogte te stellen van de actuele prijs, hoeven ze zich niet langer te verbinden aan ondoorzichtige producten.”
Nieuwe mindset
Om de energiemarkt te doen zwenken naar een ‘klantgericht’ systeem willen Elia en de andere netbeheerders samen met energieleveranciers, distributiebedrijven, aggregators en technologiegerichte bedrijven aan de best mogelijke toepassing werken. Een andere omgang met elektriciteit is het doel. Peeters: “Via de ‘communication layer’ zullen we klanten informatie kunnen bieden over de beschikbaarheid van energie én de laagste prijs. Omdat de prijs tijdens de daluren het laagst is, zullen mensen naar verwachting hun warmtepompen veel vaker dan laten draaien. Niet realistisch, zegt u? Tal van bedrijven hebben nu al de technologie klaar om zulke toestellen slim te programmeren. Een warmtepomp draait dan in de namiddag, een elektrische auto laadt overdag op kantoor op. Alleen ontbreekt het ons nog steeds aan een geschikt marktsysteem, met voldoende digitale data, om die technologie te vermarkten. Vanaf dit jaar brengen we daar verandering in.”
"We willen afstappen van een systeem waarbij eigenaars van zonnepanelen angstvallig stroom verbruiken om toch maar niets te moeten laten terugvloeien naar het net."
Thuisbatterij
Volgens Luc Warichet, adjunct-directeur-generaal van de Waalse netbeheerder RESA, zorgt het project voor een nuttige, nieuwe relatie met energiegebruikers. “We willen de term ‘consom-actor’ realiteit maken door de eindgebruiker concreet te betrekken. Bovendien staat dit ecosysteem bewust open voor de innovatie en creativiteit van diverse belanghebbenden in de energiesector.”
Zo is de flexibilisering van hernieuwbare energie, bij uitstek van zonnepanelen, volgens de netbeheerders een sterke troef. “Nu is het nog een hobby van de happy few, maar binnen enkele jaren zullen thuisbatterijen ingeburgerd raken als aanvulling op zonnepanelen en warmtepomp. We willen dan ook afstappen van een systeem waarbij eigenaars van zonnepanelen angstvallig stroom verbruiken om toch maar niets te moeten laten terugvloeien naar het net. Die mensen voelen zich niet gesteund. We nodigen hen uit om deel te nemen aan een energienetwerk door via een batterij hun stroom voor anderen beschikbaar te maken”, aldus Chris Peeters.
Gedaan met theekransjes
Eind februari werd het ‘Internet of Energy’ officieel gelanceerd. Een twintigtal spelers zegden intussen hun medewerking toe. Het gaat om start- en scale-ups zoals Thermovault en N-SIDE, maar ook om grotere namen zoals Engie Electrabel, Proximus, BNP Paribas Fortis, Fluxys, Besix en REstore. De komende maanden willen ze vanuit een gezamenlijk kennisplatform verschillende ‘use cases’ uitwerken, experimenten rond specifiek datagebruik. Elia heeft zelf ook al enkele kleine testen lopen. “Een voorbeeld: wat als een bedrijf zonnepanelen op het dak heeft liggen en energieoverschotten wil delen met omliggende bedrijven? Dat soort cases testen we nu al op kleine schaal, om in overleg met de energie-operatoren geleidelijk aan de actieradius uit te breiden”, aldus Peeters.
De CEO van Elia neemt ook persoonlijk deel aan het proefproject: hij liet onlangs een thuisbatterij installeren die in verbinding staat met het Internet of Energy-netwerk. “Ik doe zelf mee om onze ambities als netbeheerder te onderlijnen. Dit is niet het zoveelste theekransje, niet de ‘tigste’ vage visie. Om klaar te zijn voor de toekomst stampen we een nieuw ecosysteem uit de grond, en wel nú en met zoveel mogelijk betrokkenen aan boord. We stellen concepten en tools voor en hopen dat tal van knappe geesten mee het debat en de test aangaan. Tegen 2020 willen we een eerste service kunnen voorstellen die klaar is om de energiemarkt een nieuw elan te geven.”
Cruciale bouwstenen
Netbeheerder Elia onderscheidt een aantal ‘bouwstenen’: voorwaarden die vervuld moeten worden op weg naar het digitale energiesysteem van de toekomst. CEO Chris Peeters licht ze toe.
“De eerste bouwsteen is een nieuwe communicatielaag, die het mogelijk moet maken om in real time data door te seinen, mét een wetgevend kader rond het databeheer. Tweede bouwsteen is een nieuw marktdesign, erop gericht om de prijs van stroom transparant te delen met consumenten. Tot slot heeft de markt nood aan nieuwe digitale tools, waarmee particulieren en bedrijven actief kunnen deelnemen. Het gaat om apps of services waarmee start-ups of energieleveranciers het leven van consumenten eenvoudiger maken, op basis van de uitgewisselde data.”
“Zo hopen we uiteindelijk een systeem in het leven te roepen waarin systeemoperatoren, distributiebedrijven en wij als netbeheerder niet in competitie werken, maar ten volle onze eigen rol kunnen spelen.” Bovendien zal het systeem volgens Peeters complementair zijn met Atrias, het softwareproject gekoppeld aan een nieuw datacentrum dat de digitale meters moet ondersteunen. De lancering van Atrias is voorlopig voorzien in 2020.