Stap 1: haal CO2 uit de atmosfeer met een soort van gigantische stofzuiger of, eenvoudiger nog, vang het direct aan de bron op, uit de rookgassen van bedrijven. Stap 2: gebruik de CO2 als grondstof voor chemische componenten, hightech plastics, brandstoffen of zelfs bouwmaterialen. CCU is de kinderschoenen ontgroeid, zegt professor Korneel Rabaey van het Center for MicrobialEcology and Technology van de UGent. Hij vertelt ons alles wat we over de techniek moeten weten.
Hoe werkt CCU?
Korneel Rabaey: “CCU is een breed begrip dat verschillende technieken omvat. De CO2 moet eerst afgevangen en gezuiverd worden. De lucht wordt daarbij door een wasvloeistof of membraan gestuurd om de CO2 eruit te filteren. De CO2 kan daarna omgezet worden naar allerlei waardevolle componenten. Dat gebeurt via katalyse of biokatalyse. In dat laatste geval zijn de katalysatoren micro-organismen. Dat gaat trager dan klassieke katalyse, maar heeft als voordeel dat de CO2 minder zuiver moet zijn. Ideaal dus voor industrieel geproduceerde CO2.”
Wat heeft CCU ons te bieden?
“Met CCU vang je twee vliegen in één klap: je haalt de CO2 uit de lucht én je vermijdt nog meer emissies door de CO2 te hergebruiken als een grondstof voor componenten die nu nog vaak met fossiele grondstoffen vervaardigd worden. Als je CO2 laat reageren met waterstof, kan je er ook methanol mee maken. Methanol is niet alleen een belangrijke grondstof voor de chemische sector. Het is ook een beloftevolle brandstof: door ze te mengen met bijvoorbeeld diesel, vermindert de uitstoot van schadelijke stoffen. Vooral de scheepvaart heeft hoge verwachtingen van methanol als brandstof. Vloeibare methanol opent dan weer perspectieven voor de opslag van overschotten aan groene stroom. Je hoort overal dat waterstof de ontbrekende schakel is in het verhaal van de energieopslag. Maar waarom zetten we die niet meteen om in methanol, dat veel gemakkelijker te transporteren is?”
Wat is het verschil met CCS (carbon capture and storage)?
“In plaats van het te hergebruiken, wordt de CO2 bij CCS afgevangen en via een pijpleiding of perschip getransporteerd naar een ‘opslagplaats’. Denk maar aan uitgeputte olie- of gasvelden of ondergronds zoutmijnen. De CO2 wordt geïnjecteerd in een geologische laag, zodat die niet in de atmosfeer terechtkomt. De techniek is niet altijd milieuvriendelijk. Oliemagnaten gebruiken het bijvoorbeeld om de laatste olie uit de velden te halen.” “In Noorwegen lopen sinds de jaren negentig al enkele projecten, het grootste project bevindt zich in de Verenigde Staten. Onlangs hebben North Sea Port, Port of Antwerp en de Haven van Rotterdam de krachten gebundeld in het CSS-project CO2TransPorts. Met dat project – waarvoor ze subsidies hopen te krijgen van Europa – willen de havens 10 miljoen ton CO2 afvangen en opslaan in uitgeputte gasvelden in de Noordzee.”