“Circulaire economie is de ontbrekende schakel in de strijd tegen de klimaatverandering”
Vier dagen lang was Antwerpen het epicentrum van de circulaire economie. Meer dan 750 bedrijfsleiders, wetenschappers en beleidsmakers uit alle hoeken van de wereld zakten eind februari naar de sinjorenstad af voor het toonaangevende World Resources Forum (WRF). Op het menu? Sessies over de kracht van de circulaire economie en de link met de klimaatverandering, en een kennismaking met tal van baanbrekende projecten en initiatieven die de transitie aandrijven. Wij bieden u acht keer een nieuwe kijk op de circulaire economie.
Susanovamagazine april 2019
1. Een volledig circulaire economie doet onze broeikasgasuitstoot met meer dan 60 procent dalen
De uitstoot van broeikasgassen wordt voornamelijk aanzien als een energieprobleem. De transitie naar hernieuwbare energie of het nemen van energie-efficiëntiemaatregelen zien we dus als dé oplossingen voor de klimaatverandering. Maar over het verband tussen broeikasgassen en materiaalgerelateerde processen wordt weinig gesproken. Op het WRF klonk dat zo: “If climate change is the inconvenient truth, the potential of the circular economy as an enabler for carbon emission reduction is the overlooked truth.”
Onderzoek van de OESO linkt meer dan de helft van de totale uitstoot aan broeikasgassen rechtstreeks aan ons gebruik van grondstoffen en materialen. Denk aan de ontginning van ruwe materialen, het transport ervan, het verwerken van het afval, het verlies bij de recyclage, het gebruik van materialen voor het bouwen of produceren van consumptiegoederen … Onderzoeksinstelling VITO becijferde dat ruim twee derde van het bruto binnenlands energieverbruik in Vlaanderen in 2014 voortkwam uit materiaalgerelateerde activiteiten. We moeten daarom naast bindende energietargets ook materiaaldoelstellingen in het beleid op nemen. Die geven aan hoeveel materiaal een economie kan verbruiken om een duurzaam niveau van grondstoffengebruik te bereiken en zouden de circulaire economie een flinke boost kunnen geven.
2. Circulaire economie betekent ook: duurzamer consumeren
Het concept circulaire economie wordt vaak nogal eng geïnterpreteerd als het hergebruiken of recycleren van grondstoffen. Maar ook bewuster en duurzamer consumeren maakt er integraal deel van uit. Daarbij is het belangrijk om de hele levensloop van producten in beschouwing te nemen. Zo ontstaat het grootste deel van de koolstofvoetafdruk van onze consumptie niet in Vlaanderen zelf, maar in het buitenland. Met de koolstofvoetafdruk van de Vlaamse consumptie wordt op dit moment nog geen rekening gehouden in de broeikasgassenboekhouding.
Andere, duurzamere productie- en consumptiepatronen moeten dus gestimuleerd worden. Volgens Janez Potočnik (voormalig Europees commissaris voor Milieu en huidig medevoorzitter van het International Resource Panel van de VN) vormt SDG 12 ‘Duurzame productie en consumptie’ dan ook de basis van alle andere Sustainable Development Goals.
3. Levensstijl radicaal en sociaal omgooien
Een van de vaakst gehoorde opmerkingen op het congres: om de SDG’s en de klimaatdoelstellingen te halen, moeten we onze levensstijl radicaal omgooien. En snel. Lewis Akenji van het Japanse Institute for Global Environmental Strategies (IGES) berekende in de studie 1.5 Degree Lifestyles de koolstofvoetafdruk van onze levensstijl. Dat zijn alle directe en indirecte broeikasgasemissies die gepaard gaan met de consumptie van een huishouden. Volgens Akenji moet de voetafdruk van onze Westerse levensstijl met 80 tot 93 procent verminderen tegen 2050 om de klimaatdoelen te halen. Inwoners van ontwikkelingslanden zullen hun levensstijl zo moeten aanpassen dat hun voetafdruk met 23 tot 84 procent wordt ingeperkt. Dat kan onder andere door het openbaar vervoer te nemen, een auto te delen in plaats van er een te kopen, kleiner te gaan wonen, warmtepompen aan te kopen en minder vlees en zuivelproducten te eten.
Die omslag moet volgens de aanwezige sprekers en deelnemers wel op een sociale en haalbare manier gebeuren. Dat betekent concreet dat de nodige infrastructuur voorhanden moet zijn (denk maar aan openbaar vervoer) en dat we moeten kunnen rekenen op een ondersteunend beleid en op betaalbare goederen, diensten en educatie.
4. Na de klimaattop: de grondstoffenconventie
De talrijke innovaties en cases bewijzen dat kringloopoplossingen al ruim voorhanden zijn. Het is nu zaak om die op te schalen. Maar om voor een definitieve doorbraak te zorgen, zullen beleidsmakers moedige keuzes moeten maken. Daar knelt vaak het schoentje. Daarom stelt Janez Potočnik van het International Resource Panel voor om een VN-conventie te organiseren om de discussie over het beheer van natuurlijke hulpbronnen open te breken, naar het voorbeeld van de klimaattop in Parijs.
De tijd dringt. De sprekers waren het er immers over eens dat er met de klimaatbetogingen een momentum is aangebroken waarop we wat kunnen forceren. We moeten nu wakker worden en de bezorgdheden van onze jongeren heel ernstig nemen.

De voetafdruk van onze Westerse levensstijl moet met 80 tot 93 procent verminderen tegen 2050 om de klimaatdoelen te halen
5. Steden als motor van de circulaire economie
Als we niet snel overschakelen op een kringloopeconomie, zullen steden daar zwaar onder lijden, waarschuwen verschillende experts. Water, land en materialen zullen steeds schaarser worden en in de handen van enkele happy few vallen. Het gevolg is dat nog meer mensen zullen migreren naar de steden. Tegen 2030 zal naar schatting 60 procent van de wereldpopulatie in de stad wonen. Het is nodig om daarop te anticiperen en onze steden circulair te organiseren.
Steden vormen een geschikte proeftuin voor de circulaire samenleving: de afstand tussen productie en consumptie is er klein en kringlopen kunnen lokaal gesloten worden. Daarnaast staan stads- en gemeentebesturen dicht bij hun burgers: zij kunnen wervende initiatieven nemen die inwoners overtuigen om mee te stappen in de transitie naar een circulaire economie.
6. Ruimte is een grondstof
We moeten onze bodem en grond als een waardevolle grondstof beginnen zien. Dat was de boodschap van Hans Bruyninckx, directeur van het Europees Milieuagentschap, en Claudia Olazábal, hoofd van het departement Landgebruik en Beheer van het Europese Directoraat-Generaal Milieu. Onze bodem is een levend organisme dat niet alleen de hoeksteen van ons voedsel- en energiesysteem vormt, maar ook belangrijk is voor onze gezondheid en die van de natuur, klonk het.
Met andere woorden: wat hebben grond en bodem met circulaire economie te maken? Door ze gezond te houden, kunnen we meer land hergebruiken en gaat de productiviteit van de gewassen er sterk op vooruit, waardoor we minder land nodig hebben. De Vlaamse Regering heeft in haar Visie 2050 ruimtegebruik aangeduid als een volwaardig onderdeel van de circulaire economie.
Door onze grond slim te hergebruiken voor diverse maatschappelijke functies, kunnen we ruimte teruggeven aan de natuur. Bruyninckx merkte meermaals op dat hij zich grote zorgen maakt over het verlies aan biodiversiteit in Europa. “We hebben een Parijsakkoord voor de biodiversiteit nodig”, wierp hij op.

We hebben een Parijsakkoord voor de biodiversiteit nodig
7. Samenwerking als hefboom voor een succesvolle circulaire economie
De innovatieve projecten die op het WRF werden voorgesteld, hadden allemaal iets gemeen: ze ontstonden door partnerschappen over sectoren en landsgrenzen heen. Ze brengen SDG 17 ‘Partnerschappen creëren om de doelstellingen te halen’ in de praktijk. Vlaams minister van Leefmilieu Koen Van den Heuvel ziet de samenwerking tussen alle actoren van de maatschappij – overheid, academici, industrie en burger – als een belangrijke prioriteit. “Om de circulaire economie in Vlaanderen van de grond te krijgen, hebben we enkele jaren geleden Vlaanderen Circulair opgericht, een partnerschap van bedrijven, overheden, het middenveld en de kenniswereld.”
Vlaanderen Circulair lanceerde al enkele succesvolle Green Deals. Voor de Green Deal Circulair Aankopen engageerden 150 organisaties zich om samen de circulaire manier van aankopen te faciliteren of toe te passen. De Green Deal Circulair Bouwen werd door 250 deelnemers ondertekend. Vlaanderen Circulair financiert daarnaast met haar open calls innovatieve circulaire business cases. In 2018 werden 53 projecten goedgekeurd die samen 4,656 miljoen euro ontvingen.
8.Vlaanderen is een voortrekker van de circulaire economie
Vlaanderen heeft een ijzersterke reputatie op het vlak van de kringloopeconomie. In de Antwerpse wijk Nieuw Zuid loopt het proefproject Circular South, waar acht partners, waaronder de stad Antwerpen en imec, onderzoeken hoe ze inwoners kunnen stimuleren om bewuster om te gaan met grondstoffen. Het project zet met andere woorden in op een gedragswijziging, een van de grote uitdagingen van de transitie naar een circulaire stad. In binnen- en buitenland wordt reikhalzend uitgekeken naar de resultaten van dit sociaal experiment.
Ook andere circulaire pioniersprojecten gooien hoge ogen. De oude petroleumdokken in de haven van Antwerpen worden omgevormd tot Blue Gate Antwerp, een duurzaam, circulair bedrijventerrein waar economische groei en duurzaam ondernemen hand in hand gaan. Blue Gate Antwerp wil meer toegevoegde waarde en meer werkgelegenheid creëren, maar ook zorgen voor meer terugwinning van materialen, minder CO2 en meer schone lucht. Op termijn is het de bedoeling dat het terrein meer duurzame energie opwekt dan het verbruikt.
“Conclusies gedeeld met Europese Commissie en VN”
Bas de Leeuw, de directeur van het World Resources Forum, is vol lof over het organisatieteam van de OVAM. “Samen met het team van het WRF hebben ze er een vlekkeloos event van gemaakt. De deelnemers werden ondergedompeld in een ‘circulaire economie’-show met muziek, dans, goed en verantwoord eten en drinken, een modeshow, een wandeling door Antwerpen … Intussen hebben we de conclusies van het congres gedeeld met de Europese Commissie en de Verenigde Naties. Ze worden ook opgevolgd in de volgende sessies van het WRF en onze partners.”