OVAM: "Bedrijven beseffen dat er iets moet veranderen. Nu is het tijd voor concrete stappen"
Tegen 2050 moet de economie in Vlaanderen circulair zijn. Dat betekent veel meer dan een gesloten kringloop van alle materialen. Het gaat ook om het fundamenteel herdenken van producten en systemen: slim design, levensloopverlenging, herbruikbaarheid, demonteerbaarheid voor herstel en vervanging, combinaties van producten en diensten en andere consumptiemodellen. Volgens administrateur-generaal van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) Henny De Baets is dat haalbaar, mits een stevig maatschappelijk draagvlak: “Enkel door met z’n allen samen te werken, kunnen we onze circulaire ambities waarmaken.”
Hoever staat Vlaanderen vandaag in de circulaire economie? En hoe doen we het in vergelijking met onze buurlanden?
“Vandaag kunnen we onze prestaties nog niet objectief met die van andere landen vergelijken. Een internationale graadmeter bestaat nog niet, al wordt daar hard aan gewerkt. Wel weten we dat Vlaanderen aan de Europese top staat als het op het sluiten van de materiaalkringlopen aankomt. Vandaag wordt maar liefst 65 procent van het huishoudelijk afval in Vlaanderen gerecycleerd. Binnen de EU doet enkel Duitsland het iets beter. Daarnaast mogen we trots zijn op de vele vooruitstrevende bedrijven die hun circulaire oplossingen exporteren, waaronder Umicore, ECO-oh!, Ecover, Ravago en Indaver. Ook de Vlaamse overheid heeft sinds 2011 haar ambities flink opgeschroefd, met goed resultaat. Het Vlaams Materialenprogramma zette voorgoed een punt achter het traditionele afvalbeleid en zaaide de kiemen voor de transitie naar een circulaire economie. Ook internationale wetenschappers van het Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT) erkennen de Vlaamse voortrekkersrol: Vlaamse partners als Umicore, VITO en KU Leuven nemen vandaag een prominente plaats in het EIT Raw Materials in. Met meer dan honderd partners uit industrie- en kennisinstellingen is dat het sterkste partnerschap ooit dat de uitdaging van grondstoffen en de omslag naar de circulaire economie wil aanpakken.”
Mentaliteitsverandering
Het Vlaams Materialenprogramma gaf een jaar geleden de fakkel door aan Vlaanderen Circulair. Mogen we spreken van een trendbreuk?
“Nee, we beschouwen het eerder als een logische volgende stap in een proces dat al even bezig is. Het startschot voor dat proces werd al in 2006 gegeven, toen de OVAM geëngageerde experts samenbracht in de informele denktank Plan C, het Vlaams Transitienetwerk voor Duurzaam Materialenbeheer. Zij zorgden in Vlaanderen voor een echte mentaliteitsverandering door te benadrukken dat we niet alleen ons afval moeten beperken, maar ook anders moeten omgaan met de productie en consumptie van materialen.”
“Toch duurde het nog tot 2014 eer het begrip‘circulaire economie’ hier ingang vond. In 2013 introduceerde de Ellen MacArthur Foundation het in het baanbrekende rapport Towards the Circular Economy. Begin 2014 pikte Plan C het op en werd het ook gekoppeld aan de projecten binnen het Vlaams Materialenprogramma. Vanaf 2016 kreeg de circulaire economie in Vlaanderen pas echt de wind in de zeilen. In haar langetermijnstrategie Visie 2050 zette de Vlaamse Regering circulaire economie toen hoog op de agenda.”
Vlaanderen Circulair zette het voorbije jaar verschillende projecten in de steigers. Zullen die een impact hebben?
“Dat kan bijna niet anders. Maar liefst 136 organisaties beantwoordden onze subsidiecalls Circulair Ondernemen en Circulaire Stad. Vooral het gevarieerde aanbod viel op: van ideeën rond voedselverlies over ruimte en biomassa tot waterkringlopen. Van die projecten kregen er 63 groen licht. Slechts op één vlak bleven we een beetje op onze honger zitten: repair en refurbish, het herstellen en opknappen van bijvoorbeeld meubels en kledij. Daar zit dus nog veel groeipotentieel bij een volgende call. Ook onze Green Deal Circulair Aankopen was een succes. Meer dan 150 aankopende en ondersteunende organisaties engageren zich de volgende twee jaar om circulair aan te kopen. De komende maanden gaan meer dan tweehonderd aankoopexperimenten van start.”
Wat is de visie van de OVAM op circulaire steden?
“Steden zijn de proeftuinen bij uitstek van de circulaire economie en de ideale plek om op korte termijn grote effecten te realiseren. Volgens schattingen wonen tegen 2020 acht op de tien Europeanen in de stad. De fysieke stad, met bakstenen, asfalt en groen op een heel kleine oppervlakte, is compact en daarom heel geschikt om te experimenteren met (her)gebruik van ruimte of gebouwen, of met stromen van energie, water, logistiek of voedsel. Daarnaast is er de stad als sociaaleconomisch weefsel, waarin we werken, wonen en ontspannen. Steden brengen diverse mensen bij elkaar, met hun eigen doelen, drive en stokpaardjes. Daarom zijn ze voor de circulaire economie een prima laboratorium voor bottom-upburgerinitiatieven, creativiteit en innovatie.”
Concrete ondersteuning
Zijn ondernemers vandaag al overtuigd van de voordelen van de circulaire economie voor hun bedrijf?
“Het besef dat er iets moet veranderen is ondertussen doorgedrongen. Maar het concreet implementeren van een circulaire economie blijft een moeilijke stap, omdat dat ingrijpende veranderingen en investeringen vergt. Op dat terrein zijn er nog niet veel rolmodellen en geëffende paden. Daarom proberen we met Vlaanderen Circulair bedrijven zo concreet mogelijk te ondersteunen en voorbeeldprojecten aan te reiken. Dat doen we via onze subsidiecall en Green Deal Circulair Aankopen, maar ook door bedrijven te adviseren en gericht door te verwijzen. Daarnaast maken we, samen met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), middelen vrij voor bedrijven om circulaire toepassingen uit te werken. We onderhandelen ook met banken en investeerders om de financiering van circulaire projecten mogelijk te maken. Ook onze partners, zoals Agoria, begeleiden hun achterban zo goed mogelijk op het pad naar een circulaire economie. Niet onbelangrijk: de circulaire doeners die nu al goed bezig zijn, geven we een forum via onze blogs, publicaties, sociale media en filmpjes.”
Begin dit jaar lanceerde de OVAM de online Cirkeltips, advies op maat van bedrijven om hun afvalbeheer te verduurzamen. Wat verwacht u van dat initiatief?
“Cirkeltips staan zeker niet los van Vlaanderen Circulair, maar de doelgroep is veel ruimer. We richten ons nadrukkelijk tot alle Vlaamse ondernemingen die hun productieproces duurzamer willen maken, minder afval willen produceren en meer willen recycleren. Bedrijven proberen dat vandaag zelf al, maar het ontbreekt hen vaak aan de noodzakelijke kennis en informatie. Op de site van Cirkeltips krijgen ze een overzicht van hun afvalstoffen en advies op maat om beter te sorteren. Ik verwacht dat dat voor veel ondernemers het ruggensteuntje zal zijn dat ze nodig hebben.”

"Circulaire ondernemers zijn vandaag nog witte raven, maar hun aantal neemt gestaag toe”
Sneeuwbaleffect
Waar hoopt u dat Vlaanderen over vijf jaar staat?
“In dat verband koester ik drie wensen. Vooreerst hoop ik dat ons circulair denkkader dan in alle lagen van onze maatschappij is doorgesijpeld. Ook de OVAM zelf staat daarbij voor grote uitdagingen. Zo hoop ik dat we erin slagen om ons circulaire gedachtegoed door te trekken naar andere beleidsthema’s, met name bodembeheer en -sanering. Daarnaast hoop ik dat de markt van circulaire producten en diensten de volgende vijf jaar uit haar voegen zal barsten. Onze Green Deal Circulair Aankopen is alvast een stap in de goede richting. Tot slot hoop ik dat we over vijf jaar kunnen spreken van een waar sneeuwbaleffect, waarbij de tientallen projecten van onze eerste subsidiecall massaal veel navolging hebben gekregen.”
Tegen 2050 wil Vlaanderen een circulaire economie hebben. Welke uitdagingen staan ons nog te wachten?
“Circulaire economie moet een verhaal zijn dat door iedereen wordt uitgedragen. Alleen door de krachten te bundelen kunnen we onze circulaire ambities waarmaken. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan ondernemers en overheden. Circulaire ondernemers zijn vandaag nog witte raven, maar hun aantal neemt gestaag toe. Van circulaire zonnebrillen tot de verhuur van kinderkleren: innovatieve, circulaire ondernemingen schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar ook gevestigde bedrijven passen vandaag al circulaire strategieën toe.”
“Ook de overheid kan veel in beweging zetten door fiscale prikkels, ambitieuze standaarden en een sturend innovatiebeleid. En vooral – en dat is echt wel mijn stokpaardje – door slimmer samen te werken, ook met overheidsorganisaties uit andere gewesten en federale overheidsdiensten. Er valt nog veel te realiseren op dat vlak. Kijk bijvoorbeeld naar de TOTEM-tool voor duurzaam bouwen, die we vorige maand lanceerden op Batibouw na een lange en intense samenwerking met Leefmilieu Brussel en Service Public de Wallonie.”
“Maar ook burgers, geldbeheerders en wetenschappers kunnen het maatschappelijk draagvlak van een circulaire economie vergroten. De Vlaming heeft door zijn consumptiegewoonten een enorme impact op onze economie. Denk daarbij bijvoorbeeld aan tweedehandsmarkten en deelprojecten.”
“Een circulaire economie vraagt een andere kijk op de waarde van goederen. Banken en andere geldbeheerders moeten dus hun formules aanpassen om circulaire strategieën correct te financieren. Ten slotte heeft onze kennis van de circulaire economie vandaag nog veel blinde vlekken. Dat gaat van algemene vragen – ‘Hoe meten we circulariteit?’ – tot specifieke vraagstukken – ‘Maak je beter een herbruikbare drinkbeker uit plastic of een wegwerpbeker uit biomateriaal?’ Dankzij de middelen die Europa en Vlaanderen vandaag al vrijmaken, kan de wetenschap dat soort vragen hopelijk beantwoorden.”